top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverRonald Hünneman

Marli Huijer kan er niets over zeggen

In de Volkskrant van 8 april 2020 heeft Ianthe Sahadat een vraaggesprek met hoogleraar en voormalig Denker des Vaderlands Marli Huijer over de aanpak van de coronacrisis. Huijer stelt in dit interview tientallen vragen, zonder een enkele te beantwoorden. Ze heeft verschillende bedenkingen bij de gekozen maatregelen, maar wil niet oproepen tot muiterij. Nee, “[i]n het publieke debat moeten we kritische vragen stellen. Als publieksfilosoof zie ik het als mijn taak om het handelen te bevragen,” aldus Huijer. Ze wil zich zelfs niet aan een ethische theorie te verbinden: “Ik ben geen kantiaan of utilist, maar een pluralist, iemand die zoveel mogelijk perspectieven in een afweging meeneemt.”

Wat de toekomst ook brenge moge, Huijer zal geen ongelijk krijgen, want wie niets beweert heeft nooit ongelijk.



In populaire boekjes over filosofie wordt weleens gezegd dat Socrates slechts vragen stelde, en nooit iets beweerde, omdat hij wist dat hij niets wist. Dat is onzin. Iedereen die een tekst van Plato (waarin Socrates altijd de hoofdrol speelt) heeft gelezen, weet dat Socrates behoorlijk wat beweerde. Het is eveneens onzin om aan Socrates de paradox toe te schrijven dat hij wist dat hij niets wist. Socrates wist wat hij niet wist, en daarvoor moet je behoorlijk wat weten.

Huijer is dus geen socratisch filosoof. Daarvoor neemt ze te weinig stelling, en geeft ze te weinig blijk van kennis.

Vergelijk Huijer eens met de Britse publieksfilosoof Bertrand Russell (1872-1970). Russell was een logisch positivist, een filosoof die stevig stelling neemt in de wetenschap dat zijn standpunten binnen twee generaties weerlegd of op zijn minst genuanceerd zullen zijn. Tijdens de Eerste Wereldoorlog belandde Russell in de gevangenis wegens zijn scherpe pleidooi voor pacifisme en tegen de inmenging van de Verenigde Staten. In de jaren 1920 schreef hij een boekje waarin hij betoogde dat het beter was om eerst een tijd samen te wonen voordat je de stap neemt om te gaan trouwen. Russell was een overtuigd atheïst, niet omdat hij kon aantonen dat God niet bestond, maar omdat religies teveel dood en verderf brachten. Toen hij een bezorgde brief kreeg van een jongeman die wilde masturberen maar het niet durfde omdat de priester vreselijk aandoeningen in het vooruitzicht had gesteld, schreef Russell liefdevol terug dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Samen met Jean-Paul Sartre zette hij de Russell-tribunalen op over de Vietnamoorlog en de rechten van indianen in Noord-Amerika. Russell beweerde en handelde naar zijn beweringen.

Russell heeft op veel punten aantoonbaar ongelijk gekregen. Hij dacht dat wiskunde logisch is, maar Kurt Gödel toonde aan dat dat niet zo is. Hij dacht dat er gemakkelijk een onderscheid aan te brengen is tussen de onzin van Martin Heidegger en de zinnige uitspraken van Einstein, maar dat bleek lastiger dan gedacht.

Russell zat er meer dan eens naast, en daardoor was hij een dapper filosoof die de wereld in beweging zette.

Huijer neemt geen stelling en stelt kritische vragen, zodat iedereen het met haar eens kan zijn, zonder in actie te hoeven te komen.

245 weergaven2 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page